Ik kwam er pas achter toen mijn vriendin Lisa, die interieurontwerper is, bij me langskwam. “Waarom zet je die kunstplant niet daar?” vroeg ze, wijzend naar een plek midden in mijn woonkamer. Ik keek haar aan alsof ze gek was geworden. Maar het werkte echt! Plots had ik twee duidelijke zones in plaats van één grote, rommelige ruimte. Kunstplanten blijken het geheime wapen te zijn van professionele stylisten. Ze gebruiken ze niet zomaar voor de gezelligheid – het zijn échte ruimteverdelers. Geen gedoe met dure kamerschermen of verbouwingen. Je schuift gewoon een grote kunstplant op de juiste plek en voilà: je woning krijgt structuur. Lisa vertelde me dat ze dit al jaren doet bij klanten. Het scheelt geld, tijd en je kunt altijd van gedachten veranderen. Best slim eigenlijk, want echte planten vragen aandacht die niet iedereen heeft.
Grote kunstplanten pakken de hoofdrol
Oké, hier komt de eerste les: groter is beter. Ik bedoel, die kleine plantjes op je vensterbank zijn lief, maar ze doen niks als ruimteverdeler. We hebben het over de grote jongens – kunstpalmen van anderhalve meter, brede monstera’s die echt ruimte innemen in je interieur. Die dingen hebben presence, snap je? Vorig jaar kocht ik zo’n grote rubber plant (nep, want ik vergeet altijd water te geven) en zette hem achter mijn bank. Mijn moeder kwam langs en vroeg direct: “Heb je verbouwd?” Dat is precies wat je wilt. De plant trekt een onzichtbare lijn door je kamer. Je zitgedeelte wordt ineens een échte zithoek, niet gewoon een bank tegen de muur. Het trucje is om ze niet té netjes tegen de muur te zetten. Zet ze juist een stukje de kamer in, zodat ze echt fungeren als natuurlijke scheidingswand. Works like magic.
Het groepje-effect werkt echt
Drie is het magische getal – dat heb ik geleerd van een interieurprogramma op tv. Eén kunstplant is leuk, twee kan raar staan, maar drie… dat geeft impact. Ik heb het zelf uitgeprobeerd met verschillende hoogtes. Een grote palm, een middelgrote monstera en een kleinere plant op zo’n verhoginkje. Het ziet er meteen professioneler uit in mijn woning, alsof er een stylist is langsgekomen. Mijn buurman kwam koffie drinken en zei: “Wauw, je hebt echt gevoel voor inrichting!” (Terwijl ik gewoon een trucje van internet had afgekeken.) Het mooie is dat je hiermee een hele hoek kunt ‘claimen’. Vooral in die moderne huizen met die grote open ruimtes werkt dit perfect. Je creëert verschillende plekjes zonder dat het benauwd wordt. En als je er genoeg van krijgt? Gewoon verschuiven. Kan niet makkelijker.
Volg je meubellijnen voor een natuurlijk effect
Dit klinkt ingewikkeld, maar het is eigenlijk supersimpel. Kijk naar waar je meubels staan – je bank, je eettafel, je tv-kast. Zet je kunstplanten langs die lijnen. Niet ervoor, niet er achter, maar erbij. Het is alsof je de grenzen van je kamerdelen benadrukt met groen. Lisa doet dit altijd bij klanten en het werkt gewoon. Ik zette een lange kunstplant naast mijn eethoek en ineens voelde het als een echt restaurant-gedeelte. Gasten weten nu automatisch waar ze moeten zitten als we eten. Dat is toch knap? Zonder extra meubels of rompslomp creëer je structuur in je interieur. Het is psychologie eigenlijk – mensen voelen die onzichtbare grenzen aan. Ze lopen anders door je huis, bewuster. En dat geeft rust, ook voor jezelf.
Waarom groen ons brein blij maakt
Oké, nu wordt het een beetje wetenschappelijk, maar wel interessant. Er zijn onderzoeken (echt waar!) die aantonen dat groen onze hersenen rustig maakt. Daarom voelen we ons zo goed in parken of bossen. Door kunstplanten op strategische plekken neer te zetten, breng je die kalmte naar binnen. Het gekke is dat het niet uit maakt of het echte of neppe planten zijn – ons brein reageert hetzelfde op de kleur groen. Toen ik mijn thuiswerkplek afscheidde met een kunstplant, kon ik me ineens beter concentreren. Het is alsof je brein snapt: “Oké, we zijn nu in de werkzone.” Als ik ’s avonds naar mijn bank loop (langs diezelfde plant), schakelt mijn hoofd automatisch om naar ontspannen. Best bijzonder eigenlijk. Geen wonder dat stylisten dit al jaren gebruiken – het werkt op meerdere niveaus tegelijk.
Slimme tips voor als je gaat kunstplant kopen
Ik heb in het begin best wat fouten gemaakt. Goedkope kunstplanten kopen bijvoorbeeld – dat is weggegooid geld. Ze zien er nep uit en dat verpest de hele sfeer in je woning. Investeer liever in een paar goede exemplaren dan in veel goedkope rotzooi. Bij Regina Floral Feelings vond ik echt mooie kwaliteit, die je van echte planten niet kunt onderscheiden. Let ook op de pot – een zware, mooie pot geeft je plant meer gewicht en uitstraling. Letterlijk en figuurlijk. Voor ruimteverdeling ga je voor planten van minstens 80 centimeter. Kleiner heeft geen zin, dan zie je ze gewoon niet. En meet altijd even op voorhand! Niets zo vervelend als een plant die te groot of te klein is voor je ruimte. Oh, en vergeet het onderhoud niet – af en toe afstoffen is genoeg, maar dan moet je het wel doen.
Mix en match met andere trends
Het leuke van kunstplanten is dat ze overal bij passen. Ik heb nu zo’n rieten mand waar mijn grootste plant in staat – geeft een bohemian-vibe aan mijn interieur. Mijn zus heeft dezelfde plant in een strakke betonnen pot staan, ziet er heel industrieel uit. Beiden werken prima! Je kunt ook spelen met spiegels – zet een grote spiegel achter je kunstplant en je ruimte lijkt ineens dubbel zo groot. Ik kom steeds nieuwe combinaties tegen op Pinterest. Mensen die hun planten combineren met gekleurde kussens of accessoires in dezelfde groentinten. Of die jungle-look met heel veel groen bij elkaar – niet mijn ding, maar ziet er wel stoer uit. Het mooie is dat je kunt experimenteren zonder risico. Bevalt het niet? Gewoon verplaatsen. Zo makkelijk is het. Ik verander wel eens per seizoen van opstelling, gewoon omdat het kan.
Zin gekregen om zelf aan de slag te gaan? Check de mooie collectie kunstplanten en transformeer je interieur vandaag nog. Je woning verdient het – en jij ook!